Aartsvader Noah en de Zondvloed

02-04-2023

Een gemakkelijke quizvraag zou kunnen zijn: “Wat weet u over Noah?” De meesten zullen moeiteloos de Zondvloed, zijn ark, de langdurige regen, de verzameling van alle dierenparen, de regenboog aan het einde, enz. vermelden. Zijn bekendheid en populariteit hangen dikwijls, maar niet noodzakelijkerwijze, af van een gelovige kijk op het wereldgebeuren. Ook mensen die deze instelling niet hebben zullen geboeid hebben gekeken naar de film over zijn avonturen van de regisseur Darren Aronovsky, met in de grandioze titelrol Russel Crowe. Die fascinatie is vergelijkbaar met de grootschalige respons op andere thema’s die bestsellers zijn, zoals bv. dinosaurussen. Misschien maken zij vage voorstellingen wakker, die diep in ons onderbewustzijn begraven liggen.

In ieder geval is deze figuur niet alleen fascinerend, maar vooral een door God rechtstreeks geïnspireerd personage, gekarakteriseerd door een enorm vertrouwen in Hem. Wie haalt het in zijn hoofd om een groot deel van zijn leven te wijden aan het bouwen van een groot schip, met het oog op een catastrofe waarvoor er geen enkele concrete aanduiding bestaat, behalve stemmen in je hoofd of dromen die je aan God toeschrijft? Enkel geobsedeerde mensen of met een uitzonderlijk visionair geloof zijn tot iets zo grotesk en absurds lijkend in staat. Met enige goede wil en intellectuele moeite kan men meer uit zijn boeiende geschiedenis afleiden dan de klassieke exegetische veronderstellingen. Zij wordt meestal vergeleken met die van Utnapishtim, die in het Gilgamesj epos verteld wordt en waarin een gelijkaardige zondvloed beschreven wordt. Het hoofdverhaal vertelt de avonturen van Gilgamesj, die misschien rond 2620 koning was van de Sumerische stadsstaat Uruk. Uit Ur, een stad ten zuiden van Uruk, vertrok enkele eeuwen nadien een verre nazaat van Noah, aartsvader Abraham. We kunnen ervan uitgaan dat hij het verhaal goed kende en het doorgaf aan zijn nakomelingen. Maar -zoals we verder uitleggen- klaarblijkelijk in een versie die iets geloofwaardiger klinkt en dus beter het oorspronkelijke relaas weergeeft.

Een grote rol in het ontstaan van dergelijke legenden zullen zeer waarschijnlijk de tradities gepeeld hebben, waarbij genealogische lijsten van voorvaders of grote leiders van jongs af werden van buiten geleerd, dikwijls in familieverband. Hierop bestond een maatschappelijke controle, want het werd zeker als een teken van een goed werkend verstand beschouwd als men bij het reciteren ervan geen fouten maakte. We mogen dus als een grotendeels algemene regel beschouwen dat de personen die opgesomd worden in dit soort genealogische lijsten eens reëel hebben bestaan. In de Bijbel kregen ze soms een niet aanneembaar hoge ouderdom toegeschreven, hetgeen ook gebeurde met Noah. De courante verklaring hiervoor is dat deze voorvaders een deelgeslachtslijst voorstelden waarvan zij meestal de eersten waren, maar blijkbaar soms ook de laatsten konden zijn. In de geslachtslijst uit Genesis waarin de nakomelingen van Noah worden opgesomd, gaat het zelfs over hele volkeren of stammen.

Een zeer interessant aspect hiervan was dat zij vergezeld gingen van ontelbare verhalen die met de herdachte voorvaderen waren verweven en die de ronde deden in familie- en andere kringen. In een tijd waarin er nog geen gemeenschappelijke bibliotheken bestonden en artefacten voor informatie en amusement zoals onze TV nog veel onwaarschijnlijker zouden geleken hebben dan de fantastische avonturen van voorvaderlijke helden, waren zij een ideaal middel om de avonden door te brengen, luisterend naar de meest begaafde verteller en hierover discuterend. Gaandeweg werden deze sagen natuurlijk aangedikt en gemengd met andere elementen uit hun cultuur. Hierin zullen ook de priesterkasten of de Schriftgeleerden een grote rol hebben gespeeld. Zij hadden de beste toegang tot de verhalencollectie en sommigen onder hen genoten zowel de vrijheid als de autoriteit om daarin de “nodig geachte correcties” aan te brengen. (Iets waaraan ook de huidige Schriftgeleerden zich voortdurend bezondigen, meestal onrechtstreeks, maar indien zij de gelegenheid krijgen ook in de “hernieuwde” vertalingen).

In tegenstelling tot wat we spontaan zouden verwachten vanuit een moderne gezichtshoek, waren het niet de meest ontwikkelde maatschappijen die zich het best hebben verzet tegen vervormingen van die vertelsels. Nomadische volkeren met een sterke familiale samenhang boden de meeste weerstand hiertegen. Voor hen was het in stand houden van hun tradities dikwijls een hoofdopdracht die hun identiteit mee bepaalde en waarop dus streng werd toegezien. In het geval van het Hebreeuwse volk, de afstammelingen van Abraham, was dit zonder twijfel zo. Alhoewel de originele kern van dit volk lange tijd in primitieve omstandigheden het slavenjuk van Egypte had doorstaan, waren zij erin geslaagd hun culturele eigenheid, gebaseerd op vergaande onderlinge verwantschap, goed staande te houden en verder te zetten tijdens hun daaropvolgende zwerftochten.

Illustratie in Ovidius’ Metamorphoses. S. Monath, Neurenberg.

Het gevolg is dat het zondvloedverhaal over hun voorvader Noah – een belangrijke schakel in  hun genealogische lijst – op het eerste gezicht authentieker lijkt en geloofwaardiger klinkt dan dat in het Gilgamesj epos. De grondelementen zijn wel grotendeels dezelfde, maar de gehele context is in dat laatste beladen met heidense fantasieën en klinkt veel onbegrijpelijker en irreëler. Niettemin aanvaarden heel wat bijbeldeskundigen kritiekloos dat het verhaal in het Gilgamesj epos het oudste is en later werd overgenomen door het Hebreeuwse volk. Het zou daarmee een uitzondering vormen op de algemene regel dat een overgenomen verhaal meestal minder waarachtig klinkt dan het origineel.

In de Bijbel werden er eigenlijk twee legendes met elkaar vermengd. Het grondverhaal is de versie waarvan we redelijkerwijze mogen aannemen dat zij door Abraham werd doorgegeven; terwijl het andere werd geïntroduceerd door Schriftgeleerde(n). De exegeten schrijven het eerste toe aan de Jahwist (Abraham dus volgens bovenstaande conclusie) en het tweede aan een “priesterlijke” traditie. Alleen hieruit al volgt dat het Genesisverhaal geen betrouwbaar verslag uitbrengt van de gebeurtenissen tijdens deze wereldcatastrofe. We vinden er elementen in die niet te rijmen zijn met een correcte weergave van feiten en zelfs flagrante contradicties. Het uiteindelijk resultaat van het ontstaansproces ervan werd schriftelijk vastgelegd ten tijde van de Babylonische gevangenschap, d.w.z. in de 5e of 6e eeuw v.C.

Een voorbeeld van geïntroduceerde vervorming zijn de aangegeven afmetingen van het te bouwen schip. In het Gilgamesj epos krijgt het schip een vierkante horizontale doorsnede, in plaats van de rechthoekige in het verhaal van Genesis. Het resultaat is een zeer onstabiel en moeilijk te besturen schip, en daardoor erg gevaarlijk. De oorzaak van deze onwaarschijnlijkheid zou kunnen zijn dat een van zijn dimensies verloren is gegaan en daarom werd aangenomen dat het een vierkante vorm had.  De precieze details van de redding van Noach en zijn verwanten zullen waarschijnlijk voor altijd verborgen blijven in de nevelen van de tijd. Maar we kunnen het verhaal op de meest geloofwaardige manier presenteren met de nodige voorzichtigheid. Het is duidelijk dat de rechthoekige doorsnede van de Bijbelse beschrijving hier het beste aan voldoet. De afmetingen zelf lijken ook overdreven, maar daar hebben we geen betrouwbaar alternatief voor.

Als gelovige archeoloog heb ik mij steeds zeer geïnteresseerd voor deze legende, omdat het mij leek dat daarin een van de sleutels te vinden was voor een beter begrip van ons verre verleden. Het lezen van het leerrijke boek “De Zondvloed: van mythe tot historische werkelijkheid” van wijlen het Oostenrijkse geologenpaar Edith en Alexander Tollmann was een belangrijke trigger om hier dieper op in te gaan. De auteurs bestudeerden het betrokken klimaatfenomeen vanuit twee zeer verschillende wetenschappelijke gezichtshoeken. Zij baseerden zich zowel op de wereldwijd verspreide legenden hierover als op de geologische aanduidingen die ons iets leren over de mogelijke oorzaken. Hieruit concludeerden zij niet alleen dat er meer dan voldoende bewijzen zijn dat deze ontzettende gebeurtenis wel degelijk heeft plaatsgevonden, maar slaagden zij er volgens hen zelfs in om redelijk exact het tijdstip van de oorzaak hiervan te achterhalen. Volgens hun berekening was de catastrofe te wijten aan de inslagen van komeetbrokstukken rond het jaar 9500 BP. In de meeste gebieden zag men zeven brandende reuzemonsters met razende snelheid de aarde benaderen, terwijl negen “drakenzonen”  Zuidoost-Azië bedreigden. Deze getallen zullen nooit meer vergeten worden, maar een belangrijke symbolische of heilige rol blijven spelen. Het getal zeven wordt daarbij doorgaans geassocieerd met wat negatief is (zoals men bv. merkt in de Acopalyps). In China vond daarentegen een ommekeer plaats (zoals meer voorkomt in het menselijk denken) en worden thans niet alleen de negen, maar ook de draak zelf, als geluksbrengers beschouwd.

Toevallig had ik, enkele jaren voor ik kennis maakte met die onderzoeksresultaten, in de Ecuadoriaanse Andes een opgraving uitgevoerd, waarbij veel fossielen werden gevonden van uitgestorven diersoorten. Zij waren afkomstig van een dunne laag die zich over de ganse oppervlakte van een uitgestrekte bergrug uitstrekt. Alles wees erop dat zij gezamenlijk waren omgekomen tijdens een extreme regenval, vergezeld van een vulkanische uitbarsting en overstromingen die hen bijeendreven in een afgegrensd modderig gebied. De voor de hand liggende doodsoorzaken zijn uitputting, voedselgebrek (dat vooral grotere diersoorten gemakkelijk treft) en een bombardement van vulkanische ejecta. De vergaande fragmentering en verspreiding van de gevonden beenderen is te verklaren door de vertrappeling van de kadavers door de overblijvende dieren. Als C14 datering van het organisch materiaal werd  9400 BP (± 130) bekomen en dit resultaat sluit goed aan bij deze van de komeetinslag, die volgens het echtpaar Tollman de oorzaak was van de Zondvloed, met de daaropvolgende soortverdwijningen. Ook ik kwam toen tot het besluit dat de mondiale extincties aan het begin van het Holoceen te wijten waren aan een uitzonderlijke klimatologische verstoring en niet aan een overdreven menselijke jachtactiviteit, zoals toen nog in veel wetenschappelijke kringen werd aangenomen. Er leefden in die periode trouwens nog veel te weinig mensen in Zuid-Amerika om grootschalige uitstervingen te kunnen veroorzaken.

Illustratie bij het tweede visioen van Johannes, door L. Cranach Sr.

Alhoewel er veel wetenschappelijke kritiek kwam op de conclusies van de geciteerde auteurs en de discussie hierover dus nog lang niet ten einde is, mogen we stellen dat de historische realiteit van de Zondvloed de laatste jaren meer en meer wordt aanvaard. Maar daar gaat het in de Bijbel niet om, maar om wat die werkelijkheid ons leert over de relatie tussen God en de mens. De Bijbel presenteert haar als een “straf” voor de zonden. In die tijden werd doorgaans aangenomen dat veel van wat verkeerd ging straffen of zelfs wraakacties van de goden waren. Buiten het feit dat deze laatsten onsterfelijk waren, beschouwde de antieke wereld hen als heel “menselijke” wezens en die vermenselijking vinden we ook terug in heel wat Bijbelpassages. Maar is zoiets aannemelijk in een christelijke context? Kan men grote onheilen zomaar als goddelijke straffen bestempelen? Voortgaande op wat Christus hierover leerde, toen Hij de instorting van de toren van Siloam becommentarieerde, doorgaans niet.

Soms kan de mens zichzelf straffen, zoals dat gebeurde met Judas Iskariot. In bepaalde kloostergemeenschappen bestrijden of bestraffen de monniken hun kwade neigingen of handelingen door flagellatie en andere kastijdingen. Maar algemeen gesproken kan een gebeurtenis enkel als een straf worden beschouwd binnen een gelovige visie op de schepping, die een menselijke vrije wil en het bestaan van een bestraffende Instantie aanneemt, dewelke de ketting van oorzaken en gevolgen op gang bracht en daarop dus ook kan ingrijpen. Dit was bv. het geval in Sodom en Gommorra. Het christelijk geloof leert ons dat God de zaken niet zo maar op zijn beloop laat, maar een oogje in het zeil houdt. Als Hij dat nodig acht of de toestand uit de hand dreigt te lopen op een wijze die niet beantwoordt aan de bedoeling van zijn schepping, dan kan Hij, de Almachtige, optreden en dit op uiteenlopende wijzen: genezend, vergevend, straffend, waarschuwend, … Naar Noah stuurde hij een waarschuwing, zodat zijn trouwe uitverkorene en diens naastbestaanden niet ten onder zouden gaan in de voorziene overstroming. Zo konden zij mede de menselijke geschiedenis verder zetten en haar met hun goede voorbeelden blijven beïnvloeden. Als men daarentegen de Bijbel leest vanuit een ongelovig standpunt dan is dat grotendeels tijdverlies, omdat de essentie van zijn boodschap ons ontgaat. Men kan evengoed sprookjes lezen.

Zoals gezegd gaan we ervan uit dat dit verhaal het heeft over een historisch hoofdpersonage, die er bijgevolg zelf de eerste bron van is. Hij gaf de gebeurtenissen weer vanuit zijn eigen perspectief en dat was uiteraard gelimiteerd door de toenmalige kennis. Belangrijk in zijn relaas is dat hij (als een van de weinige uitzonderingen) gelovig bleef luisteren naar God en dit werd zijn redding. Voor het overige was ook hij maar een kind van zijn tijd en gaf hij weer wat toen gedacht en geweten was. Zijn kennis van de wereld en zijn horizont waren gelimiteerd, hetgeen zich reflecteerde in de zondvloedgeschiedenis die doorverteld werd door zijn nakomelingen en uiteindelijk via de Bijbel tot ons is gekomen.

Het besluit dat we hieruit kunnen trekken is dat deze legende een gedeeltelijk authentiek karakter heeft, maar dat dit niet betekent dat alles wat erin staat ook waar is. Het is bv. onaanvaardbaar dat God, die enkele pagina’s voordien nog had vastgesteld dat zijn schepping goed was, plots gepresenteerd wordt als iemand die hierover spijt kreeg. Toen Hij de wereld schiep, was dit met de bedoeling om vrije wezens te creëren en het is ondenkbaar dat Hij niet zou geweten hebben welke risico’s dit meebracht. Het is ook niet zo dat de ganse overige mensheid ten onder ging, of dat Noah erin was geslaagd alle diersoorten in zijn Ark te krijgen. Meer voor de hand liggend is dat de dieren die hem en zijn lotgenoten vergezelden dienden als voedselreserve, vooral met het oog op de hervatting van het gewone leven na de ramp. Zijn belevenis van de Zondvloed is vergelijkbaar met wat op vele andere plaatsen in de wereld bijna gelijktijdig werd ervaren, als gevolg van de diverse inslagen van de brokstukken van een ontplofte komeet. Ook voldoende anderen werden op een of andere wijze toen gered, zodat de mensheid ontsnapte aan de definitieve extinctie die een aantal diersoorten getroffen heeft.

Dit hebben we te danken aan de oneindige goddelijke barmhartigheid, die op de eerste plaats de mensen steeds nieuwe kansen wil geven. Via Christus kregen we een heel ander  beeld van de Schepper dan dat wat in Oudtestamentische tijden gangbaar was. Hij noemde God zonder omwegen “Onze Vader”. We zouden Hem trouwens ook “Onze Moeder” kunnen noemen, in navolging van de Zuid-Amerikaanse inboorlingen, die de Pachamama of Moeder Aarde als hun voornaamste godheid vereren. Het is ook in dit geval van groot belang hetgeen in het Oude Testament staat te interpreteren op de juiste wijze, d.w.z. zoals Christus het ons leerde. Het voornaamste besluit uit het zondvloedverhaal is niet dat we voortdurend op onze hoede moeten zijn voor goddelijke straffen, maar dat we vooral in vertrouwen mogen rekenen op zijn onvoorstelbare bekommernis voor ons en zijn immense vergevingsgezindheid.

Hij zette hiertoe de eerste stap door zijn Zoon te sturen, om ons te waarschuwen en zo mogelijk te redden. Hij zal ons leven niet laten eindigen in een eeuwige slaap of nachtmerrie. Wie waardig bevonden wordt zal ontwaken in een nieuw Pachamama. Daar behoren onze miseries en mysteries tot het voorgoed verzegelde tijdperk van de wereldgeschiedenis. Gods licht ontsluiert ons het volledig antwoord op onze vele openstaande vragen, ook die over de beproevingen van Noah en zijn tijdgenoten, de bekoringen die de ondergang van velen onder hen hebben ingezet en hoe anderen hieraan ontsnapten dank zij hun gelovig vertrouwen.

IVH

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s