22-06-2011
Het steeds groeiend aantal echtscheidingen is al lang geen nieuws meer, behalve als er een nieuw record wordt bereikt. We mochten het onlangs horen in het nieuws van 16 mei: 2 op de 3 huwelijken stranden na minder dan 10 jaar. Het klinkt dan haast triomfantelijk, als ware het een zoveelste mijlpaal in de wedloop naar ontvoogding en bevrijding van alle kerkelijke indoctrinatie… Ook gelovigen en zelfs priesters vragen zich in toenemende mate af waarom de Kerk dan vasthoudt aan de zgn. onverbreekbaarheid van het huwelijk.
Ik gebruik deze trieste achtergrond als springplank naar een mooi tegengetuigenis, die uiteraard niet het nieuws haalt, maar wel een zeldzaam bloempje is van geloof, trouw en hoop, die uit liefde tot het uiterste gaan…
Martin van Communion N.D. de l’Alliance (*) en ikzelf van de Nazarethgroep hebben op 6 april 2011 de gelegenheid gekregen om twee volle lesuren in alle vrijheid te getuigen en onderricht te geven over de schoonheid van het sacrament van het huwelijk in het seminarie in Namen voor een 20-tal seminaristen, in het kader van de cursus huwelijksmoraal en -pastoraal.
Waarom daarover spreken tegen seminaristen? Dienstdoende priesters hebben meestal al een zekere gewoontevorming in een “soepele” houding aangenomen, onder druk van de hierboven geschetste tijdsgeest en zijn dus vaak onzeker geworden over wat ze nog “mogen” voorstellen i.v.m. de onverbreekbaarheid van het huwelijk. Seminaristen daarentegen zijn nog erg ontvankelijk en idealistisch en zijn enorm blij met dergelijke getuigenissen “vanuit de basis”.
We wilden niet alleen ons persoonlijk getuigenis brengen om geloofwaardig te zijn in onze “boodschap”, maar we wilden vooral ook, vanuit onze ervaring een aantal concrete pistes aanreiken voor de huwelijkspastoraal, zowel voor de voorbereiding op dat sacrament als voor de begeleiding van echtparen in moeilijkheden en echtgescheidenen in de Kerk.
Een juiste pastoraal moet barmhartigheid EN waarheid verzoenen en wijzen op de veeleisendheid en de ernst van een levenslang engagement. Wij hebben daartoe, vanuit het tweede deel van de Bergrede (Mat 5, 17-48) erop gewezen dat die veeleisendheid niet een wet is die opgelegd is door de Kerk, maar dat het Jezus’ eigen Woorden zijn. En bovendien: “de hele leer en de traditie van de Kerk, het getuigenis en de geschriften van de heiligen en de martelaren zijn een schat, die bewáárd moet blijven en waarvan jullie je als toekomstige priesters moeten laten doordringen om opgewassen te zijn en te blijven tegen de toenemende druk van de samenleving om de lat alsmaar lager te leggen.”
De geweldig positieve respons en ontvankelijkheid van het publiek, de boeiende en expliciete vragen achteraf, waren voor ons beiden een enorme verrijking en vreugdevolle getuigeniservaring. Ik citeer een paar fragmenten van de synthese die de professor zelf maakte na afloop van de cursus:
“Vooreerst wil ik jullie in naam van iedereen oneindig danken voor jullie prachtig getuigenis en ook voor het hele pastorale aspect dat jullie onder de aandacht hebben gebracht.
Ik denk dat iedereen die hier vandaag aanwezig was het met me eens is als ik zeg hoezeer het ons verheugd heeft om op deze manier te horen spreken over de schoonheid van het huwelijk, over de genade van het huwelijkssacrament, dat, zoals jullie benadrukt hebben, altijd werkzaam blijft voor een echtpaar, ook tijdens en na een echtscheiding.
Jullie hebben het gehad over het doel van het huwelijk: dat niet alleen bestaat in de wil en de beslissing om de ander voor altijd gelukkig te maken, maar ook – en ik heb dat heel erg gewaardeerd – dat er nog een ander doel is: o.m. in het geval van een echtscheiding – dat is de ander te redden en hem naar de hemel te leiden. Ik zeg onder meer in het geval van een echtscheiding, maar dus niet alleen.
(…) Er zijn veel te weinig mensen die bereid en overtuigd genoeg zijn om anderen te helpen om trouw te blijven. En jullie hebben terecht benadrukt dat het niet om eender welke trouw gaat, maar om een heel concrete trouw. Een concrete trouw aan Christus Zelf, aan de leer en de traditie van de Kerk. Jullie hebben de veeleisende woorden van het tweede deel van de Bergrede aangehaald en jullie hebben je laten inspireren door de profeten en de heiligen. En inderdaad, wat ook onze levensstaat is, wij moeten allemaal ergens profeet durven zijn in onze wereld van vandaag!
Jullie hebben beklemtoond hoe belangrijk het voor jullie is dat er niet wordt afgedongen op de veeleisendheid van het geloof dat wij als erfenis bij ons doopsel hebben ontvangen. Wij mogen de lat van ons geloof inderdaad niet lager leggen en we moeten er dus alles aan doen om die banalisering waarover jullie het hebben gehad tegen te gaan, al om te beginnen in christelijke kringen. Dat men zich daar opnieuw meer bewust worde van het engagement dat men aangaat.”
Een paar dagen later heeft hij nog het volgende geschreven naar de verantwoordelijken van de Communion N.D. de l’Alliance:
“Met vreugde en dankbaarheid hebben wij Martin en Jeanine mogen ontvangen. Elk van hun getuigenissen was heel ontroerend en rijk aan lering. Hun pastorale benadering zal ook in de toekomst heel vruchtbaar zijn voor onze seminaristen. Wat doet het goed om in deze losgeslagen wereld gescheiden mensen te mogen horen die op een vreugdevolle manier trouw blijven aan het mooie engagement van hun sacramentele huwelijk en daar ook getuigenis willen van afleggen. Een getuigenis dat gelouterd is door het lijden dat onvermijdelijk met hun huwelijkssituatie verbonden is en dat tegelijk toont dat deze weg een vreugde geeft die niemand ontnemen kan”.
J. G.
(*) De Communion Notre-Dame de l’Alliance brengt mannen en vrouwen bijeen die een sacramenteel huwelijk hebben aangegaan en die door hun wederhelft verlaten werden, al of niet gevolgd door een wettelijke echtscheiding. In geloof in Christus en in broederlijke vriendschap blijven ze het pad volgen van trouw, vergeving en hoop.
Voor meer informatie, zie: https://www.cn-da.org/ .