“Gij zult niet doden” is ook voor atheïsten relevant

08-12-2021.

In het Katholiek Nieuwsblad van 12-11-2021, verscheen een leerrijk interview met een bekend atheïst, Kevin Yuill, docent moderne Amerikaanse geschiedenis aan de University of Sunderland en schrijver van het boek “Assistent Suicide: The Liberal, Humanist Case against Legalisation”. Zijn visie op euthanasie is gelijklopend met deze van de paus als hoofd van de Katholieke Kerk: “Ik geloof dat euthanasie en hulp bij zelfdoding hetzelfde zijn als zelfmoord”, zo verklaarde hij.

Hij vertoefde enkele weken in Nederland, koploper wat betreft legalisering van euthanasie (met in zijn kielzog als een volgzaam broertje, ons spiritueel verpauperde landje). Op de hem gestelde vragen gaf hij klare antwoorden, die aantonen dat men ook vanuit een niet godsdienstig humanistisch perspectief tot gelijkaardige morele besluiten kan komen als deze die door kerkelijke instanties worden onderwezen. We geven hierna enkele van zijn antwoorden weer.

“Als je kijkt naar het strafrecht, is het even erg om een 86-jarige te vermoorden die geen waarde hecht aan zijn leven, als een 26-jarige te doden. Waarom zou dit anders moeten zijn bij zelfmoord? Als je accepteert dat euthanasie zelfmoord is, zou je het beschikbaar moeten stellen voor iedereen, of anders voor niemand.”

“Men begon met het legaliseren van euthanasie voor terminaal zieke patiënten. Later besloot men dat ook dementie een marteling kon zijn voor iemand. Vervolgens ging men ook kijken naar geestelijke ziektes… Als je euthanasie beschouwt als een goede daad en als een medische handeling, hoe kan je het dan verbieden voor een 24-jarige die ondraaglijk lijdt omwille van het verlies van de liefde van zijn leven?”

“Neem de bejaardenhuizen in Engeland. Mensen die daar werken, zijn vaker tegen het legaliseren van euthanasie en hulp bij zelfdoding dan andere groeperingen. Ze zien mensen sterven en zien dat dat voor het overgrote deel op vredige wijze gebeurt… Barmhartigheid staat niet gelijk aan iemand vermoorden.”

“Als gemeenschap voelen we ons genoodzaakt om onze leden te beschermen tegen geweld. Waarom zou dit anders moeten zijn bij zelfmoord? Als ik kijk naar euthanasie, zeg ik: ‘Ik begrijp dat je overstuur of depressief bent.’ Maar als mens denk ik dat er altijd een deel in die persoon is, dat geen euthanasie zou willen.”

“Er is een postkatholiek perspectief, dat volgens mij goede elementen bevat. Zo ben ik in bepaalde gevallen voorstander van het legaliseren van abortus, alhoewel ik het persoonlijk als iets slechts beschouw. Maar je kan niet alles van het katholieke geloof afwijzen. ‘Gij zult niet doden’ is ook voor atheïsten relevant.”

“Sommige van mijn mede-atheïsten vinden gelovigen dom. Daar ben ik het niet mee eens. De paus is een zeer intelligente man, die goed geadviseerd wordt. Hij herkent dezelfde zaken waar ik het over heb, namelijk: de opkomst van een cultuur van narcisme vanaf de jaren zeventig. Je ziet daarbij de wereld als een spiegel van je eigen gevoelens, los van de geschiedenis en de anderen. De Kerk begrijpt dat. We hebben een gemeenschappelijke zorg. Misschien ben ik het niet eens met de onderbouwing ervan, maar ik vind dat mensen zingeving nodig hebben in hun leven. Het probleem is dat ze, wanneer ze zich afkeren van religie, hun bestaan in het universum niet meer kunnen begrijpen. Wanneer je religie loslaat, moet je op zoek naar zingeving, naar iets dat groter is dan jezelf.”

“Alle Kerken spreken over de ziel. Daar hou ik van. Wij hebben allemaal een ziel en zijn in moreel opzicht gelijk. Dat is specifiek aan het christendom te danken… De katholieke Kerk draagt veel belangrijke waarden uit. Ik heb meer met sommige katholieken gemeen dan met verstokte atheïsten.”

Deze spontaan en eerlijk klinkende antwoorden klinken verrassend, omdat zij enerzijds de fundamentele scheidingslijn tussen het religieus en het atheïstisch denken niet negeren, terwijl er anderzijds uit blijkt dat deze scheidingslijn op belangrijke punten ethisch overbrugbaar is. Wereld- en levensbeschouwingen kunnen vergeleken worden met brillen, die ons een bepaald zicht geven op de werkelijkheid in haar geheel. Sommige brillen kunnen de werkelijkheid vervormen, versomberen, of er slechts een gedeelte van weergeven, terwijl andere ons in staat stellen om ook in het nachtelijk duister waarnemingen te doen. We kunnen zelfs gebruik maken van tele- of microscopen, die iets releveren van wat ons menselijk oog niet rechtstreeks kan waarnemen, in de onmetelijke sterrenhemel, of in het onvoorstelbaar kleine.

De bril van het Godsgeloof gaat nog een reuzenstap verder en geeft ons inzicht in een werkelijkheid die hoger en dieper reikt dan het materiële. Niet alleen verruimt hij onze blik op de totale werkelijkheid, maar hij toont ons ook de diepe zin ervan. Zoals Kevin Yuill zelf toegeeft, ontbreekt dit levensnoodzakelijk zingevend perspectief in een wereld bekeken met een materialistische bril. De atheïst moet bijgevolg zijn kijk op het wereldgebeuren bijsturen met artificiële bedenksels. Die kunnen soms resulteren in een toenadering tot het religieus denken, zoals in zijn geval, maar zij kunnen eveneens de scheidingslijn nog verstevigen. Hieruit volgt de conclusie dat mensen in zeker opzicht in parallelle werelden leven. Materialisten gaan er prat op dat hun wereldkijk heel “open” is, terwijl hij vanuit een Godsgelovige overtuiging eerder op een tunnelvisie lijkt, afgegrensd en doodlopend in ruimte en tijd.

Een belangrijke vraagstelling in de discussie over euthanasie is deze over de zin van menselijk lijden. Het is zeer moeilijk tot haast onmogelijk om daar als atheïst een bevredigend antwoord op te geven. Vanuit zulke visie kan men enkel beroep doen op een mengeling van gevoelsmatige menslievendheid en instinctmatige zin voor zelfbehoud, in de wetenschap dat lijden onvermijdelijk bij het leven behoort. Maar even onvermijdelijk botst een materialistische zingeving op menselijke grenzen die lijden zinloos maken. Een Christus bv. die vrijwillig een afschuwelijke doodstrijd aan het kruis aanvaardt, is in dat kader ondenkbaar of onaanvaardbaar en dus een aanleiding om de historiciteit hiervan zoveel mogelijk te reduceren. Niet alleen is voor een atheïst een liefhebbende God die het lijden toelaat een “contradictio in terminis”, daarenboven is hij zich niet bewust dat het ongeloof in God (of de vertrouwens- en communicatiebreuk met Hem) de grondoorzaak is van het tranendal waarin de mensheid vertoeft.

Deze voorbeelden tonen aan hoe belangrijk het metafysisch aspect van de problematiek van het lijden is en hoe het de visies hierover verdeelt. Gelukkig is er niet alleen het “Bovenal bemin één God”, maar ook het tweede gebod: “en ook uw naaste zoals uzelf”. Het tweede is meer van aardse of existentiële aard en kan bijgevolg helpen de tegenstelling tussen materialisme en religiositeit gedeeltelijk te overbruggen. Voor christenen is dit een hoofdgebod, voor mensen die niet in God geloven een natuurlijke uiting van hun menselijkheid, die daarenboven helpt om richting, zin en “waarde” te geven aan hun levensweg. Maar ook hier weer zien we dat het binnen een atheïstische levenshouding veel moeilijker is om bepaalde grenzen te overschrijden. Atheïsten moeten immers alle heil zoeken binnen het beperkte kader van een kortstondig mensenleven. Er zullen er weinig zijn die zich geroepen voelen om uit loutere menslievendheid dat unieke leventje op te offeren of in de waagschaal te leggen, zoals zovele bekende en onbekende heiligen dit hebben voorgedaan.

Een diepe religieuze overtuiging leidt vanzelfsprekend tot een groot respect voor het leven en aanvaarding van de pijnen en moeilijkheden die hiermee gepaard gaan. Van een overtuigd christen mag worden verwacht dat hij niet alleen eerbiedige dankbaarheid koestert voor het verkregen leven, maar ook dat hij die toont in woorden en daden. Hierdoor maakt hij/zij zich waardig om het eeuwig leven te ontvangen. Elke christen is geroepen om zich te verzetten tegen de legalisering van alle handelingen die afbreuk doen aan dat fundamenteel respect. Politici, zoals bv. de huidige Amerikaanse president Biden, die legalisering van abortus toestaan of ondersteunen, kunnen niet als authentieke katholiek gelovigen worden beschouwd, ook niet als ze om diplomatieke redenen door de paus op audiëntie worden ontvangen.

Het is heel hoopgevend te vernemen dat een atheïst als Kevin Yuill veel gemeen heeft met het christendom, maar dat betekent spijtig genoeg niet dat zijn instelling typisch is voor een belangrijk deel van het atheïstisch establishment, met zijn dominante positie in de westerse wereld. Ook zijn persoonlijke instelling botst ongetwijfeld op grenzen aan het onvoorwaardelijke respect voor het mensleven. Hij vertrekt van het feit dat de moderne geneeskunde meer dan voldoende middelen heeft om de fysieke pijnen grotendeels te verzachten. Maar wat als sommige pijnen moeilijk te bestrijden zijn? Mag men dan wel overgaan tot euthanasie als ultiem “pijnstillend” middel? Als pijn zinloos is, dan is het onvermijdelijk antwoord “ja” en dat punt is voor sommige atheïsten redelijk vlug bereikt.

Voor een gelovige christen ligt dat anders. Het is zowel zijn menselijke als zijn godsdienstige opdracht pijn en lijden te bestrijden. Aangezien de moderne geneeskunde niet alleen het leven rekt, maar ook de eventuele pijnen, worden ook overtuigde christelijke zorgverleners soms voor zware dilemma’s geplaatst.  In deze soms onontkoombare confrontaties mogen zij nooit het besef verliezen dat de plicht tot bestrijding van het lijden niet betekent dat het volkomen zinloos is, maar dat het integraal deel uitmaakt van de weg naar onze uiteindelijke verlossing (*). Christus leerde ons dat lijden en dood niet het laatste woord hebben en dat de vreugde van het eeuwig samenzijn met God de aardse pijnen ruimschoots en voorgoed zullen compenseren.

IVH

(*) Voor het christendom zijn pijn en lijden niet louter negatief, maar omstandigheden die ook positieve effecten kunnen hebben. Dat resulteerde in een rijke traditie van bedevaarten, vastenperiodes, boetedoeningen, enz. Ascetische monniken gebruiken geseling als een zelfkastijding, o.a. om lichamelijke bekoringen te leren bedwingen. Ook in andere culturen bestaan er sterke tradities waarin mensen een hogere vorm van volmaaktheid trachten te bereiken door de beheersing van zelf opgelegde pijnen. Dit is min of meer vergelijkbaar met het harden van militairen voor de strijd of sportlui voor de competitie. Het christendom voegt aan het al of niet zelf opgelegd lijden de geestelijke dimensie toe van offers die we kunnen opdragen als persoonlijke deelname aan het verlossingswerk van Christus.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s