H. Jean-Baptiste Marie Vianney, pastoor van Ars

04-08-2011

Op 4 augustus viert de Kerk de feestdag van de H. Pastoor van Ars. Van hem is geweten dat hij in zijn leven veel boete deed, zichzelf zware verstervingen oplegde, en “alles gaf, en niets overhield”.

M.a.w. weer zo een personage dat helemaal niet kadert in onze tijdsgeest: misschien zou men hem vandaag gek verklaren, misschien zelfs colloqueren! Toch loont het de moeite even bij deze negentiende-eeuwse heilige stil te staan, om zijn betekenis tegen de achtergrond van zijn en onze tijd te evalueren.

Zijn leven en geschiedenis:

Jean-Baptiste Marie Vianney werd geboren op 8 mei 1786 in het dorpje Dardilly bij Lyon in een eenvoudige – zij het niet direct arme – boerenfamilie, als vierde in rij. Zijn ouders waren in hun tijd – getekend door de turbulenties voor, tijdens en na de Franse revolutie en de geloofsafval die ermee gepaard ging – ondanks alles devote katholieken. De getuigenis van zijn ouders, speciaal van zijn moeder, hebben het latere priesterleven van Jean-Baptiste Vianney duidelijk beïnvloed en getekend. Hij leerde er bidden, hij leerde zorg dragen voor de armen, waarvan velen aan de familietafel werden uitgenodigd.

Na de Franse revolutie waren vele seminaries gesloten en pastoor Balley van Eculy besloot een seminarie te openen waar Jean-Baptise, omwille van zijn groot verlangen priester te worden, ook mocht gaan studeren. Zijn kennis en intelligentie waren beneden de vereisten en zijn resultaten werden als “debelissimus” beoordeeld. Hij had het enorm moeilijk met het Latijn, doch zijn ijver, devotie, en diep geloof deden zijn oversten besluiten hem toch tot priester te wijden in 1815. Naast zijn kleine intellect was Jean-Baptiste ook een tenger personage, dat nooit opviel. Na zijn priesterwijding werkte hij een drietal jaren als kapelaan te Eculy, maar bij het overlijden van pastoor Balley, werd hij op 11 februari 1806 als pastoor van Ars-sur-Formans aangesteld.

Door zijn kleine gestalte en zijn eerder als weinig intellectueel beschouwde preken riep hij bij zijn parochianen, zijn collega’s en de wereld buiten zijn parochie eerder spot op dan respect.

Geleidelijk aan echter ontpopte de diepgelovige pastoor (ook wel “het Pastoorke van Ars” genoemd) zich tot een toegewijde zielenherder, wiens eenvoudige maar diep beleefde predicatie toch de aandacht ging trekken. Hij is ook beroemd, om niet te zeggen berucht geworden door zijn oneindig geduld bij het horen van de biecht.  Tot 18 uur per dag zou hij in de biechtstoel hebben doorgebracht. Ondanks het kleine aantal bewoners van het dorp, enkele honderden, en de zeer kleine kerk, kwamen aan het einde van zijn leven elk jaar tot honderdduizend mensen naar Ars om de H. Mis mee te vieren en vooral te gaan biechten bij Jean-Baptiste Vianney.

Ook op het vlak van caritas werd hij zeer bekend: hij bezat nauwelijks iets, leefde in armoede, at nauwelijks (sommige dagen niet meer dan wat koude gekookte aardappels), en van het weinige dat hij had gaf hij weg aan wie behoeftig was (*). Al tijdens zijn leven hing er rond hem een zweem van heiligheid, niet roemruchtig, niet opvallend, maar door zijn pure en diepe beleving van zijn priesterroeping en de uitoefening van zijn herderlijke taken, zijn devotie, zijn geloof in de sacramenten en vooral in de biecht en de vergeving. Dit alles gebeurde met een enorme eenvoud, zonder intellectuele benaderingen, gewoon vanuit zijn geloof.

Hij overleed te Ars op 4 augustus 1859, na een leven in boete en gebed, zonder ook maar enig ogenblik aan zijn dagelijkse taken van priester en pastoor voorbij te zijn gegaan.

Hij zei zelf dikwijls dat hij toch zoveel bezoeken en verzoekingen kreeg van de duivel, dat hij er steeds moest tegen kampen. Hij noemde hem “mon ami, le diable“ (mijn vriend, de duivel), maar zijn leven was een wonderlijke aaneenschakeling van gebedsverhoringen, niet alleen in zijn persoonlijke strijd met de kwade geest, maar ook en vooral ten voordele van zijn medemensen.

Verering:

In 1905 werd het Pastoorke van Ars door paus Pius X zalig verklaard, gevolgd door zijn heiligverklaring in 1929 door Pius XI.

Zijn relieken worden bewaard in de nieuwgebouwde basiliek van Ars, doch zijn hart berust in een kapel op de zijkant van het heiligdom. Er komen vandaag jaarlijks gemiddeld 450.000 pelgrims bidden op zijn graf.

Hij is erkend als de patroon van alle parochiegeestelijken, aan wie hij door de Kerk als lichtend voorbeeld wordt gesteld.

Sinds het bezoek van paus Johannes-Paulus II aan Ars in 1988, werd daar een internationaal seminarie opgericht waar sindsdien tientallen seminaristen werden en worden voorbereid op het priesterschap.

Betekenis voor onze tijd:

Het zou een dringend voorstel moeten zijn aan alle katholieken, maar vooral die van ons afvallige Westen, om regelmatig te bidden tot het “H. Pastoorke van Ars”, met de vraag om de Goede God te smeken voor vele arbeiders voor Zijn wijngaard en een grote oogst. Aan onze priesters zouden wij willen aanraden om te mediteren over de Heilige J.B. Vianney, om aldus inspiratie en volharding te verkrijgen in hun trouw aan de Kerk en aan hun herderlijke taken, maar ook om hen te helpen in de eenvoudige beleving van ons geloof.  Maar voor welke hedendaagse priesters zou het voorbeeld van Jean-Baptiste Marie Vianney “lichtend” zijn: zijn diep geloof, zijn herderlijke ijver in de verkondiging van de kerkelijke leer, in het verlenen van vergeving in de biecht, in het beleven van de caritas al gevend zonder terug te vragen? Dit alles gekenmerkt door eenvoud, in schril contrast met een cerebrale verkondiging, waarin het Woord Gods en de Tradities van de Kerk verdraaid worden of ketters geïnterpreteerd…?

Is het geen opdracht voor ons leken, om te bidden voor veelvuldige roepingen voor missiegebied Europa, voor priesters die zich met hart en ziel wijden aan de uitdagende taak van de nieuwe evangelisatie?

Mogen de H. Pastoor van Ars en zijn geliefde heilige Filomena, tot wie hij dagelijks bad, hun voorspraak bij God gebruiken voor onze Kerk in (diepe) nood.

L.P.

(*) N.v.d.r. De levensgeschiedenis van de H. Jean Baptiste Vianney moet men situeren in de toenmalige tijdsgeest, meesterlijk geëvoceerd in “Les Misérables”, de bekende sociale roman van Victor Hugo. Noch de hoog geprezen waarden van de “Verlichting”, noch de daaruit voortvloeiende Franse Revolutie en de wrede uitwassen ervan, of de glorierijke veldslagen van de selfmade keizer Napoleon, hadden de sociale ongelijkheden weggewerkt. In dat verhaal, zich afspelend in een goed gedocumenteerd historisch kader, is het bisschop Myriel van Digne die zijn zilverwerk wegschenkt aan de ex-gedetineerde Jean Valjean, die hem bestolen had. Met dit edelmoedig gebaar bekeert hij de verbitterde ziel van deze laatste en zet hem op weg naar een vruchtbaar leven, waarin hij zijn talenten gebruikt in dienst van zijn medemensen. Zo was het Pastoorke van Ars: alles gevend en zichzelf wegcijferend om velen de ware zin van hun leven te laten ontdekken of herontdekken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s