Katholieke dialoogschool of opvoeding tot theologisch relativisme?

20-05-2016

De topman van het Vlaams katholiek onderwijs, Lieven Boeve, smeet een knuppel in zijn eigen hoenderhok, met zijn voorstel voor meer moslimleerkrachten in zijn onderwijsnet, een verbod op het hoofddoekenverbod en zelfs voor gebedsplaatsen ten dienste van moslims. Al vlug werden onze media overspoeld met reacties, pro en contra. Sommigen spraken zelfs van een nieuwe schoolstrijd, maar een die ditmaal niet woedt tussen het katholiek onderwijs en een vrijzinnige regering, maar die grotendeels binnen het katholiek onderwijs zelf wordt gestreden. We moeten toegeven dat we daar helemaal niet rouwig om zijn.

Het is o.i. meer dan hoge tijd dat het debat over het katholiek onderwijs in ons land met open vizier en ten gronde wordt gevoerd. Van primordiaal belang is dat hierbij in de eerste plaats rekening wordt gehouden met de mening van de voornaamste betrokkenen. Dat zijn hoegenaamd niet de onderwijsverstrekkers, maar wel de ouders en hun schoolgaande kinderen. Het gaat immers in de eerste plaats over HUN grondrechten en belangen en niet over beleidsvoorkeuren, of als “onafwendbaar” voorgestelde toekomstperspectieven. Ook de verworven rechten van godsdienstleerkrachten, of de orakels van onderwijsspecialisten of verantwoordelijken van hetgeen zich tegen beter weten in “katholiek” onderwijs blijft noemen, moeten hiervoor wijken. De argumentatie uit die hoeken lijkt overigens soms op een mengvorm van syndicalisme en marketingstrategie.

Op de website van Kerknet werd dit debat tot nu toe op een eerlijke en open wijze gevoerd. De bedenkingen tegen de voorstellen van topman Boeve komen vooral van bezorgde ouders en diepgelovige katholieken, maar ook vanwege onderwijsmensen met ervaring. Vooral de bijdragen van de bekende filosoof en astrofysicus Gerard Bodifée en van godsdienstleraar Bart Giedts (1) bevielen ons zeer. Als godsdienstleraar met 10 jaar ervaring verklaarde deze laatste onomwonden: “Het katholiek onderwijs is zijn identiteit kwijtgeraakt. Ondanks zijn vele kwaliteiten blijft het met een dik tekort zitten op het vlak van authenticiteit.” Die uitspraak leidde al tot enkele zure oprispingen vanwege hen die menen dat enkel hun eigen “open” visie over de toekomst van het katholiek onderwijs gepubliceerd zou mogen worden. Iemand ging zelfs zo ver om Kerknet, wegens zijn neutrale opstelling in deze materie, te vergelijken met de fanatiek fundamentalistische site K.A.Vlaanderen! Kan het intellectueel nog armtieriger?

Een reactie van geheel andere aard dan deze van Bart Giedts, vloeide uit de pen van Hein Van Renterghem, coördinerend inspecteur-adviseur rooms-katholieke godsdienst. Hij begint met een uit zijn context gerukt evangeliecitaat, dat hij volledig verkeerd interpreteert. “In het huis van mijn Vader zijn er veel kamers” (Joh. 14,2). Volgens hem zijn er in de katholieke kerk minstens evenveel kamers. Maar terwijl Jezus het over hemelse figuurlijke verblijfplaatsen heeft, geeft hij aan “kamers” een ideologische betekenis, alsof er in de hemel mensen zullen vertoeven met heel diverse gelovige visies, leidend tot “een gezonde discussie onder hetzelfde dak” (sic). Een meer dan bedenkelijke godsdienstige betekenisverdraaiing, komende van een man die verondersteld wordt het godsdienstonderricht te “inspecteren”! Hij vervult hiermee wel correct zijn veronderstelde taak, die erin bestaat Didier Pollefeyt en Lieven Boeve, hoofdverantwoordelijken voor het godsdienstig debacle van ons katholiek onderwijs, een zo positief mogelijk imago te bezorgen.

De vele godsdienstleerkrachten die even correct de visies van voornoemde heren in praktijk brengen, krijgen uiteraard een dikke pluim van Hein, terwijl de anderen er volgens hem nog altijd niets van hebben begrepen. Hij stelt heel formeel dat godsdienstonderricht al lang geen catechese meer is. Daar zijn we het alvast volkomen mee eens, wetende dat een heel aantal van de “katholieke” godsdienstleraren helemaal niet katholiek zijn en in sommige gevallen zelfs niet godsdienstig gelovig. Zijn uitleg over wat het vak godsdienst dan wel moet zijn, botst echter volkomen met de objectief vaststelbare werkelijkheid, waar hij als inspecteur zeer goed van op de hoogte zou moeten zijn. Volgens hem beogen die lessen “een gedegen kennismaking met het christendom”. Met “christendom” wordt een verzameling bedoeld van diverse levensbeschouwingen die zich door Christus laten inspireren, maar die hoegenaamd niet kan vereenzelvigd worden met “katholicisme”. We zouden dus eventueel van “christelijk” onderwijs kunnen spreken, ware het niet dat de dagdagelijkse ervaring aantoont dat afgestudeerden van ons katholieke net niet eens in staat zijn om iets zinnigs te vertellen over elementaire christelijke begrippen, zoals zonde, genade, heiligheid, hemel of hel.

Vanuit deze omgang met de christelijke (?) godsdienst en de godsdienstige (?) benadering van de werkelijkheid kunnen kinderen en jongeren groeien als mens en bouwen aan hun eigen identiteit”, zo stelt deze godsdienstinspecteur. Wat een nietszeggende verklaring! Het klinkt bijna alsof jongeren die dit pseudo katholiek godsdienstonderricht niet genieten geen identiteit kunnen opbouwen. Godsdienstleraren die begrepen hebben dat zij op de nu gangbare manier onze kinderen geen degelijke katholieke basiskennis bezorgen, worden door deze man gewraakt als “roepers langs de zijlijn”. De hele wijze van redeneren, vanwege iemand met een belangrijke functie in ons katholiek onderwijs, getuigt in feite van een grondige vervreemding van de katholieke geloofsinhoud en de kerkelijke voorschriften met het oog op een goede godsdienstige vorming. Zij is klaarblijkelijk het gevolg van een overwegend modernistische opleiding aan onze theologische faculteiten, leidend tot een verregaand gelovig relativisme.

Het komt erop neer dat wat je gelooft er eigenlijk weinig of niets toe doet, zolang je maar je maatschappelijke en/of wettelijke verplichtingen nakomt. Je zal daarbij o.a. leren dat homoseksualiteit evenwaardig is aan heteroseksualiteit, je zal samen met Darwin geloven in het toeval en de onderlinge competitie als de motoren van de evolutie, je zal leren altijd een condoom of anticonceptiepillen bij de hand te hebben en je uiteindelijke godsdienstige “voorkeuren” zal je beleven als een vrijetijdsbesteding waar je andere mensen zo weinig mogelijk mee lastig valt. Dat is je beste garantie voor een “identiteitsontwikkeling” als goed draaiend radertje in de staatsmachines van de toekomst. Het is zeer de vraag of er voldoende islamitische leraren bereid zullen blijken om aan deze “visionaire” toekomstplannen hun enthousiaste medewerking te verlenen en of de “Guimardstraat” (2) de capaciteit zal hebben om dat effectief te controleren.

Christendom mag natuurlijk nog wel, maar niet te expliciet en zo “open” mogelijk: fris, eigentijds en vooral afgestemd op de wereld. Dat is de toekomst die de koepelorganisatie van ons huidig katholiek onderwijs voor onze kinderen in petto heeft. Samen met vele andere katholieke ouders zeggen wij: Nee, Mr. Lieven Boeve en andere beleidsverantwoordelijken van de Guimardstraat: niet met onze kinderen en kleinkinderen! Wij willen voor hen een volwaardige katholieke opvoeding en ook moslimkinderen mogen daar gerust van meegenieten. Eenmaal volwassen zullen zij uiteraard zelf hun leven invullen, vanuit hun persoonlijke keuzes. Daaraan kunnen geen dialoogscholen of andere opvoedkundige systemen iets veranderen, maar wel aan de degelijkheid en de inhoudelijke relevantie van de godsdienstige kennis en opvoeding die zij meegeven aan de toekomstige jongvolwassenen. Dat zal mede hun belangrijke levenskeuzes bepalen. Wij hopen en wensen dat het velen van hen diepgaand zal motiveren tot een waarachtige katholieke levenswijze, in een respectvolle en vrijmoedige dialoog met andersdenkenden, waar het past, maar liefst met kennis van zaken.

(1)  Zie ons artikel van 13-04-2014., naar aanleiding van de publicatie van zijn boek “Waarom doet meneer de afwas tijdens de mis?”.

(2) Met “Guimardstraat” wordt het in deze straat gevestigde secretariaat bedoeld van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, waarvan Lieven Boeve sinds 2014 de directeur-generaal is, benoemd door de Belgische Bisschoppenconferentie. Naar doorgaans wordt aangenomen bekleedt hij daarmee een der meest invloedrijke posities in ons land, als opvolger van Mevr. Mieke Van Hecke, die terzelfdertijd de eerste leek en de eerste vrouw was in deze functie. Mgr. Bonny is als “bisschop-referent” de huidige hoofdverantwoordelijke voor de godsdienstige aspecten van het Nederlandstalig katholiek onderwijs van België.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s